Hij noemt zichzelf Max, maar ik noem hem Bogosse, omdat hij niets anders verdient. Ik wilde een Meester, en die heb ik gekregen, maar zonder te verwachten een man te ontmoeten die hiervoor zorgt: erg heet, tegelijkertijd teder en sterk, straalt hij de triomfantelijke mannelijkheid uit die, geassocieerd met zijn blik van sintels, zodat we nooit moe van het. Het is omdat hij moeite doet om al uw reizen te bevredigen en niet naar het horloge kijkt, om u plezier te bezorgen, maar ook om het te nemen. Monsieur Max, het is dus een bom, naast een zeldzame parel. Ik heb hem gezien en ik hoop hem weer te zien. Dankzij jou, Bogosse.